Gedaan met zomertemperaturen, gedaan met luchtige outfits. Het goede nieuws is dat je een hele nieuwe garderobe hebt om uit te kiezen. Tijd om je dikke truien boven te halen en je zomerkleren op te bergen voor enkele maanden. En dat doe je niet zonder nadenken natuurlijk.
1. Was je kleren
Voor je ze opbergt, laat je je zomerkleren nog eens een rondje draaien in de wasmachine. Zelfs al zien ze er op het eerste gezicht proper uit, er komt altijd wel wat parfum, bodylotion, zweet of andere ‘onzichtbare’ zaken op te zitten. Voor je het weet, verkleurt je favoriete zomerstuk. Ook insecten zijn dol op ongewassen kleren. En met motten wil je niet te maken hebben. Een extra tip: de delicatere kleren die je naar de droogkuis hebt gedaan, haal je uit de plastic folie voor je ze opbergt.
2. Gebruik stoffen zakken
Een absolute no go zijn muffe kleren of schoenen. Zorg er dus voor dat je kledij genoeg lucht krijgt, als je ze opbergt. Heel handig daarvoor: stoffen (katoenen of linnen) zakken. Je kunt ze makkelijk in een kast of onder het bed schuiven. En een zakje lavendel erbij kan ook nooit kwaad. Plastic of kartonnen dozen? Niet doen, want net dan krijgen je kleren een muf geurtje of ze kunnen zelfs gaan vergelen. Zomerschoenen geef je tijdens de winter liefst een onderkomen in een open kast of ook in een stoffen zakje.
3. Kies de juiste plaats
Je legt je kleren best op een koele, droge en goed geventileerde plek. Mijd stoffige of vochtige ruimtes. De kelder, garage of zolder zijn dus niet zo’n geschikte kandidaten. Heb je een kamer die je niet dagelijks gebruikt? Dan is dat de ideale verblijfplaats voor je zomerkleerkast tijdens de koude maanden.
4. Durf kledij wegdoen
Maak van de winterwissel gebruik om eens door je hele zomercollectie te gaan en de stuks die je een heel seizoen niet meer hebt gedragen (en die niet van onschatbare waarde zijn) voorgoed uit je kast te halen. Weggooien hoeft helemaal niet. Geef ze af in de kringloopwinkel en maak er anderen blij mee. Of swish met een vriend(in).