Voor de liefhebbers van champignons, is de herfst een godsgeschenk. Tal van soorten liggen weer klaar om te verwerken in lekkere gerechtjes. In een stoofpotje, een smeuïge risotto, een stevige soep of een sausje dat alles afmaakt. Maar hoe reinig je champignons eigenlijk op een juiste manier? En hoe maak je ze het best klaar?
Gebruik geen water
Regel nummer 1: maak champignons nooit schoon met water. Het zijn in feite kleine sponzen, die al het vocht opslurpen. Resultaat? Weg smaak. En als je ze bakt, geven ze dat vocht ook weer af, waardoor ze staan te pruttelen in een beetje water in plaats van te stoven. Dan eindig je met taaie paddenstoeltjes.
Wat moet je dan wel doen? Borstel champignons schoon met een klein borsteltje – je vindt er zeker in een keukenspeciaalzaak – of met een vel keukenpapier. Meer hoef je niet te doen voor je ze gaat bereiden.
Kokkerellen maar
Champignons proper? Zo, nu kun je ermee aan de slag. Enkele tips en tricks wanneer je aan het koken slaat.
- Zoals gezegd: champignons zijn sponzen. Voorzie dus genoeg vetstof als je ze gaat bakken, want ze zullen het snel opzuigen. Je kunt tijdens het bakken ook altijd wat extra toevoegen. Oh ja, zorg ervoor dat de pan waarin je gaat stoven heet genoeg is.
- Gooi niet meteen alle champignons tegelijk in de pan. Ze zijn niet graag met veel bij elkaar, want dan hebben ze niet genoeg ruimte en kan het vocht dat vrijkomt moeilijker verdampen.
- Wachten met dat zout! Het haalt vocht uit de champignons. Laat ze dus maar eerst een mooi goudbruin kleurtje krijgen voor je met de zoutkorrels strooit. Ook peper en eventueel wat citroensap voeg je er best pas op het einde aan toe.
- Eindeloos staan roeren in de pan is helemaal niet nodig. Laat de champignons maar rustig stoven en karamelliseren.
